Wat is de definitie van duurzaam bouwen?

De letterlijke betekenis van ‘duurzaam’ is een lange levensduur. Dit is ook van toepassing op de term ‘duurzaam bouwen’ maar er komen nog veel meer factoren bij kijken voordat we daadwerkelijk van duurzaam bouwen kunnen spreken.

Tijdens de klimaatconferenties in Rio, Kyoto en Parijs werd duurzaam bouwen omschreven als:

“Een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie, zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.”

Hieronder vertalen we deze definitie naar concrete elementen.

Met welke elementen moet rekening worden gehouden bij duurzaam bouwen?

Bouwgrond/woning: Duurzaam bouwen begint bij de aankoop van de bouwgrond of bestaande woning. Aangezien de meeste mensen nog moeten reizen om op hun werk te komen, kunnen we stellen dat de meest duurzame woning een woning is die zich vlak bij het werk van de bewoner bevindt. Want hoe langer men naar het werk moet reizen, hoe meer CO2 er wordt uitgestoten – zeker wanneer men met de auto naar het werk gaat. Ook de keuze voor het bouwen van een nieuwbouwwoning of het renoveren van een bestaande woning is van invloed op de duurzaamheid. Renoveren wordt over het algemeen als een meer duurzame optie beschouwd, aangezien er geen nieuwe ruimte hoeft te worden opgeofferd en er minder grondstoffen nodig zijn om het bouwproject te realiseren. Verder speelt ook het soort woning een rol. Om een voorbeeld te geven: een rijtjeshuis is duurzamer dan een vrijstaand huis, omdat het minder plaats inneemt en efficiënter met energie omgaat (de naastgelegen woningen vormen een zogeheten ‘thermische buffer’).

Compactheid: Hoe compacter een woning, hoe energiezuiniger deze is. Maar compact betekent niet per definitie klein. Wanneer we spreken over compact bouwen, dan bedoelen we dat er voor dezelfde nuttige woonruimte zo weinig mogelijk buitenwanden nodig zijn. Langgerekte aanbouwen en grote uitsprongen kunnen vanuit een architectonisch perspectief wellicht aantrekkelijk zijn, maar leveren geen bijdrage aan de duurzaamheid van een woning. Twee voorbeeldjes: een huis in de vorm van een kubus is compacter dan een langwerpig huis, en een huis met één of meerdere verdiepingen is compacter dan een gelijkvloerse bungalow met dezelfde woonoppervlakte.

Oriëntatie: Bij duurzaam bouwen dient er ook rekening gehouden te worden met de zon. De woning dient zo georiënteerd te worden dat de bewoner optimaal kan profiteren van de warmte en het licht van de zon. Dat vertaalt zich bijvoorbeeld in een zuidelijke gevel met grote raampartijen.

Maar je zou ook kunnen denken aan een dak met een optimale hoek voor de plaatsing van zonnepanelen.

Isolatie: De isolatie is een van de belangrijkste maatregelen op het gebied van duurzaam bouwen. Het heeft immers weinig zin om te investeren in duurzame oplossingen zoals warmtepompen als de woning niet optimaal geïsoleerd is. Dat betekent dubbele beglazing en vloerisolatie. Afhankelijk van het type woning en het soort dak kan ook dak isolatie een grote bijdrage leveren aan de duurzaamheid.

Verwarming: Hoewel een goede isolatie kan helpen het energieverbruik te reduceren, blijft de verwarming de grootste energieverbruiker. Daarom wordt aangeraden om te kiezen voor een energiezuinige HR-ketel. Nog beter is wanneer de HR-ketel wordt gecombineerd met een warmtepomp of zonneboiler. Ook pelletkachels zijn een goede keuze bij duurzame bouw.

Ventilatie: Sommige mensen vragen zich af: Kun je ook teveel isoleren? Het antwoord is nee, mits de isolatie gecombineerd wordt met een goed ventilatiesysteem om te zorgen dat er voldoende frisse lucht blijft circuleren in de woning. Een mechanisch ventilatiesysteem met warmteterugwinning (WTW) voorkomt dat er te veel warmte verloren gaat met het ventileren.

Water: Duurzaam bouwen betekent ook rekening houden met drinkwater. Door te kiezen voor waterbesparende douchekoppen en kranen kan aanzienlijk minder water verbruikt worden. Nog mooier is wanneer er waar mogelijk gebruik wordt gemaakt van regenwater. Niet alleen voor het bewateren van de tuin of het wassen van de auto, maar ook om het toilet mee door te spoelen.

Elektriciteit: Het stroomverbruik kan worden beperkt door te investeren in spaarlampen of LED lampen en huishoudelijke apparaten met energieklasse label A+ of A++. Helemaal ideaal is wanneer de gebruiker zoveel mogelijk zijn eigen elektriciteit kan opwekken door middel van zonnepanelen.

Tot slot

Duurzaam bouwen houdt rekening met alle hierboven genoemde elementen, zowel in de ontwerpfase en de bouwfase als in de gebruiksfase. Toch is duurzaam bouwen in de eerste plaats een kwestie van mentaliteit. Biedt een waterbesparende douchekop voldoende compensatie als je dagelijks een half uur onder de douche staat? Zijn die zuinige LED lampen wel de investering waard als iemand de gewoonte heeft om altijd het licht aan te laten als hij de deur uit gaat? Duurzaam bouwen en wonen begint uiteindelijk bij jezelf.